Studie over implementatie gemeentedecreet: goed bezig ...
In Binnenband van oktober 2014 verscheen een studie van Sofie hennau en Johan Ackaert over de implementatie van het gemeentedecreet.
U kan deze HIER lezen.
Een aantal vaststellingen :
1/In verband met de financiële rapportering door de financieel beheerder stelt de studie: “De rapporten worden over het algemeen hoog ingeschat. Telkens meer dan twee derde van de actoren hechten veel belang aan de rapporten. Van alle rapporten schatten de lokale politici over het algemeen het rapport van de financieel beheerder over de thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole en de evolutie van de budgetten het hoogst in. Algemeen vallen verschillen op tussen de uitvoerende en de ‘gewone’ raadsleden: de burgemeesters en schepenen hechten meer belang aan de rapporten. Een vergelijking met de voorgaande meting wijst op een positieve evolutie: met uitzondering van het rapport over het interne controlesysteem, worden de verschillende rapporten door alle groepen respondenten anno 2012 hoger ingeschat.”
2/Over het samenwerkingsmodel : “Bijna de helft van de secretarissen (46%) is van mening dat de relatie met de financieel beheerder sinds de invoering van het Gemeentedecreet verbeterd is. Een relatief kleine groep van 14% is het oneens met deze stelling, 40% heeft hierover geen uitgesproken mening. In vergelijking met 2009 is een grotere groep het helemaal eens met de uitspraak dat de relatie met de financieel beheerder in positieve zin gewijzigd is sinds het decreet. Ook een substantieel aandeel van de burgemeesters (44%) en schepenen (37%) neemt een verbetering waar in de samenwerking tussen secretaris en financieel beheerder. Bijna een vijfde van de burgemeesters ziet echter geen verbetering in de relatie tussen beide ambtenaren sinds de invoering van het decreet. Bij de schepenen schommelt dit percentage rond de 27%.”
3/Over het belang dat secretarissen hechten aan meerjarenplannen, budgetten, … : Daar wordt duidelijk gesteld dat er meer dan voorheen belang wordt aan gehecht.
Als conclusie denken we te mogen stellen dat het vertrouwen van de politici in de financieel beheerder goed zit gezien het grote belang dat oa gehecht wordt aan onze rapporteringen. Er is hoge waardering voor onze beleids- en beheersrapporten. Het is dan ook belangrijk daar veel op in te zetten. Ook het samenwerkingsmodel scoort en ook daar is het belangrijk samenwerking eerder dan conflict op te zoeken.
Met andere woorden : we zijn goed bezig en de perceptie volgt duidelijk ook.
Daar kunnen we alleen maar tevreden over zijn