Nieuwe btw regels vanaf 1 januari 2025
Wijzigingen aan de aangifte- en teruggavemodaliteiten
Voorstel tot vervangende aangifte
Een btw-belastingplichtige moet in principe altijd een periodieke btw-aangifte indienen. Deze aangifte gebeurt in principe op maandelijkse basis, maar kan in bepaalde gevallen ook op kwartaalbasis gebeuren.
De btw-administratie heeft momenteel slechts een beperkt aantal middelen om belastingplichtigen te dwingen hun aangifteverplichtingen na te komen. Het gaat voornamelijk om boetes en dwangsommen. Vanaf 1 januari 2025 krijgt de administratie een nieuw instrument: de vervangende btw-aangifte.
Voor de aangiftetijdvakken die starten op 1 januari 2025 kan de btw-administratie een voorstel van vervangende aangifte opmaken. Voorwaarde is dat de btw-plichtige nalaat een btw-aangifte in te dienen. En dat voor een termijn van drie maanden volgend op het tijdvak waarvoor een aangifte moest worden ingediend.
Dit voorstel van vervangende aangifte herneemt het hoogste verschuldigde btw-bedrag opgenomen in de btw-aangiften voor de 12 maanden die voorafgaan aan de periode waarop de niet-ingediende aangifte betrekking heeft. Er geldt een minimum van 2.100 euro.
Het voorstel van vervangende aangifte vermeldt geen aftrekbare btw. De kennisgeving per aangetekende zending van de vervangende aangifte heeft uitwerking op de derde werkdag die volgt op die verzending.
De belastingplichtige kan dit voorstel alleen betwisten door de aangifte alsnog in te dienen binnen een termijn van een maand vanaf de datum van uitwerking van de kennisgeving van het voorstel van vervangende aangifte. Wordt de aangifte niet ingediend, dan wordt het voorstel van vervangende aangifte definitief. De belastingplichtige kan de kennisgeving van de definitieve vervangende aangifte wel nog betwisten door een administratief bezwaar in te dienen. Het staat de btw-administratie ook vrij om dat definitief voorstel te corrigeren na het uitvoeren van een controle.
Ambtshalve aanslag
De btw-administratie krijgt de mogelijkheid om bij niet-indiening van de aangifte ambtshalve een aanslag op te leggen voor het vermoedelijk verschuldigd btw-bedrag in een bepaalde periode. Een ambtshalve aanslag kan ook bij het verzaken aan andere btw-verplichtingen. Het opleggen van de ambtshalve aanslag is vandaag voorbehouden aan de minister van Financiën.
Verlenging aangiftetermijn kwartaalaangifte
De aangiftetermijn voor belastingplichtigen die hun aangifte op kwartaalbasis indienen, wordt verlengd met 5 dagen. Een KB daarover volgt. De btw-aangifte op kwartaalbasis moet ten laatste op de 25ste dag van de maand na afloop van het kwartaal worden ingediend.
Gewijzigde teruggavemodaliteiten
Een belastingplichtige kan momenteel de teruggave van een btw-tegoed aanvragen bij de indiening van de btw-aangifte volgend op een kalenderkwartaal. Bij aanvaarding van dat verzoek, eventueel na een teruggaafcontrole, wordt het bestaande btw-tegoed op de rekening-courant volledig terugbetaald aan de belastingplichtige.
Vanaf 2025 verandert deze procedure. De teruggave van btw-tegoeden via de btw-aangifte heeft dan alleen nog betrekking op het tegoed dat voortvloeit uit de aangifte zelf. Het terugvragen van tegoeden voortvloeiend uit eerdere aangiftes moet via een aparte procedure gebeuren (zie hieronder).
Belastingplichtigen die hun aangiften op maandelijkse basis indienen, kunnen voortaan ook maandelijks hun btw-tegoed terugvragen en ontvangen binnen de 2 maanden na de aangiftetermijn. Een KB daarover volgt. Een teruggave van een tegoed gebeurt slechts als alle btw-aangiften ingediend zijn voor de laatste 6 maanden en binnen de opgelegde termijn. De vergunning voor versnelde (maandelijkse) teruggave zal dan ook verdwijnen. Voor belastingplichtigen die hun aangiften op kwartaalbasis indienen, blijven in principe de huidige termijnen van toepassing.
Wijziging van de btw-procedureregels
Dwingende antwoordtermijn voor vragen om inlichtingen
Een belastingplichtige moet alle inlichtingen verschaffen waar de btw-autoriteiten om verzoeken. Het btw-wetboek legt momenteel geen dwingende termijn op waarbinnen belastingplichtigen moeten antwoorden.
Vanaf 1 januari 2025 geldt wel een dwingende termijn voor een schriftelijk antwoord. Die bedraagt 1 maand vanaf de derde werkdag volgend op de verzending van de vraag om inlichtingen.
In twee gevallen is een inkorting van deze termijn mogelijk tot slechts tien dagen. Ten eerste wanneer de rechten van de Schatkist in gevaar zijn. En ten tweede, de vraag om inlichtingen maakt deel uit van een controle in het kader van een teruggaafverzoek aangegeven in de periodieke btw-aangifte. Als de btw-administratie bij een teruggaafcontrole niet tijdig een antwoord ontvangt, dan kan die het btw-tegoed inhouden als bewarende maatregel.
De belastingplichtige kan altijd verzoeken om deze termijn te verlengen, maar de administratie zal dit slechts inwilligen als gegronde redenen aanwezig zijn.
Nieuwe betaalmogelijkheid via domiciliëring
De betaling van de btw gebeurt momenteel nog steeds via een manuele overschrijving met de relevante gestructureerde mededeling. Vanaf 2025 is het mogelijk een mandaat aan de FOD Financiën te geven, waarbij domicilieringen kunnen worden gebruikt om de btw-schuld te betalen op basis van de ingediende aangifte. Hoe dat praktisch in zijn werk zal gaan, is nog niet bekend.
Afschaffing rekening-courant
Resulteert een btw-aangifte in een teruggavepositie, dan wordt dat saldo overgedragen naar het volgende aangiftetijdvak en afgezet tegen toekomstige betaalposities of kan deze worden teruggevraagd.
De overdracht van een teruggaafpositie gebeurt concreet door het overschot in te schrijven op een zogenaamde rekening-courant. Deze rekening geeft een overzicht van de schulden en tegoeden van iedere individuele belastingplichtige en wordt bijgehouden door de btw-administratie.
In 2025 wordt die rekening-courant afgeschaft ten voordele van de zogenaamde ‘Provisierekening Btw’. Deze provisierekening volgt het principe van de rekening-courant, maar is eenvoudiger voor zowel de btw-administratie als de belastingplichtige.
Het beheer van de nieuwe provisierekening gebeurt online op MyMinFin. Belastingplichtigen kunnen via dat portaal vrijwel onmiddellijk en zonder formaliteiten om een teruggave van btw-verzoeken voor een vrij te kiezen bedrag. Zoals hierboven vermeld, blijft een teruggave via de aangifte ook deels mogelijk.
Met de komst van de nieuwe Provisierekening Btw verdwijnt ook de ‘Bijzondere Rekening Btw’. Die bijzondere rekening wordt momenteel opgemaakt bij een opnulzetting van de rekening-courant vanwege het consequent niet of laattijdig indienen van periodieke btw-aangiften en/of niet-betaling van vastgestelde btw-schulden.